Links voorrang

Links voorrang

 

Sinds een aantal jaren wordt menig kruispunt voorzien van een rotonde, waardoor het verkeer beter doorstroomt. De rotonde is onbetwist een verbetering; iedereen is er blij mee, want het werkt echt!

Ten onrechte echter wordt het succes van de rotonde toegeschreven aan zijn ronde vorm.

Wie even teruggaat in de tijd herinnert zich dat in het verleden het verkeer op de rotondes aan alle kanten vastliep. De rotonde werd pas een succes toen de voorrangsregeling werd omgekeerd, waardoor het verkeer op de rotonde voorrang kreeg boven dat van het verkeer op de toeleidende wegen, met andere woorden: links kreeg voorrang. Door dit “leegdraaien” verdwenen de verstoppingen en sindsdien werden (en worden nog) op vele plaatsen de verkeerslichten vervangen door rotondes.

 

Wanneer we op diezelfde manier de links-voorrangsregel zouden invoeren op alle “gewone” kruispunten zou m.i. het verkeer overal beter doorstromen, en kunnen we ons zelfs de moeite en overlast van de aanleg van nog meer rotondes besparen, terwijl we wel op elk kruispunt het voordeel ervan halen, dit tot vreugde van alle weggebruikers.

 

De huidige “rechts-voorrang”-regel is ingevoerd in een tijd dat er nog af en toe hier en daar een auto reed. Er moest gewoon IETS gekozen worden, en het maakte eigenlijk niet uit WAT, als het maar duidelijk was.

Nu alle wegen constant bereden worden door hele slierten autoverkeer is het goed om dat eens te herzien. Zeker als we iets willen doen aan de knelpunten (de bron van vele files).

De basis van de voorrangsregeling moet zijn, dat je het kruispunt steeds weer vlot vrijmaakt.

Met de huidige rechts-voorrang-regeling gebeurt dat juist niet. Een paar voorbeelden.

 

 

Situatie 1:

 

Drie auto’s naderen uit verschillende richtingen de kruising, alle willen rechtdoor. Met de huidige rechts-voorrang regel moet (fig. 1a) auto A voorrang geven aan auto C, en auto C op zijn beurt aan auto B. Dat betekent dat eerst auto B gaat,  dan auto C en tenslotte auto A. Auto C heeft daarbij de neiging alvast het kruispunt half op te rijden, om vooral direct achter auto B door te kunnen. Immers als hij uit beleefdheid eerst auto A zou laten gaan, komt na auto B wellicht weer een auto van die kant. Precies hierdoor blokkeert auto C auto A en alles wat daar achteraan komt.

Wanneer links voorrang heeft (fig. 1b) mag auto A eerst en omdat auto C daarop moet wachten, kan auto B gelijk met auto A. Daarna gaat auto C.  Dit speelt zich in 2/3 van de tijd af t.o.v. de verkeersafwikkeling volgens de huidige regels, waarin maar één auto tegelijk kan.

 

In deze tijd van files moet je je voorstellen dat in dit voorbeeld achter al deze auto’s er nog veel meer komen. In figuur 1b kunnen dan de rijen A en B ongestoord doorrijden. Auto C kan er niet door want hij moet alle auto’s  A van links voorrang geven. Dat geeft niet want de capaciteit van het kruispunt wordt zo tenminste goed gebruikt. Pas als rij A onderbroken wordt ziet auto C zijn kans schoon en steekt over met alle auto’s daarachter aan. Rij B moet direct stoppen want rij C komt van links. Wanneer inmiddels ook een rij D ontstaan is (tegenovergestelde richting van rij C) kunnen rij C en D op dezelfde manier onafgebroken oversteken, totdat in één van beide rijen weer een gat valt. Dan kunnen rij A en B weer. En zo voorts.


 

Situatie 2:

 

Beide auto’s komen elkaar tegemoet op zelfde weg, de één wil linksaf, de ander rechtdoor.

Beide rijden in file, achter de afslaande auto ontstaat een ophoping. (fig. 2a)

We laten het nu aan de beleefdheid over van één rechtdoorgaande automobilist wanneer de afslaande automobilist een keer erdoor mag, waarna de rest achter de afgeslagen automobilist weer verder kan. Is het een kruispunt dat van verkeerslichten is voorzien (die in dit voorbeeld op groen staan voor de genoemde auto-slierten), kunnen de auto’s achter de afslaande auto vaak ook nog een beurt overslaan.

Als het een REGEL is dat de afslaande auto eerst mag, (fig. 2b) ontstaat aan de andere kant (van de rechtdoor-gaanders) slechts heel even wat stagnatie, daarna rijdt alles in twee richtingen weer soepel door. Zo voorkom je files. Bovendien stimuleert deze regel alle verkeer om bij kruispunten de snelheid een BEETJE in te houden (zoals nu bij rotondes); zo lang rechtdoorgaand verkeer voorrang heeft is die stimulans er niet. En het stimuleert ook iedereen om beter richting aan te geven; hieraan ontleen je immers je voorrang.

Ter wille van de veiligheid stel ik dus ook de regel “rechtdoorgaand verkeer op dezelfde weg heeft voorrang” ter diskussie; ook hier zit het linksafslaande verkeer “in de weg”. Deze regel is overigens ook verdwenen daar waar de kruising door een rotonde vervangen is: linksafslaand verkeer uit de tegengestelde richting gaat daar ook voor het rechtdoorgaande verkeer langs.

 

 

Situatie 3:

 

Auto A en B (fig. 3a) komen elkaar tegemoet op zelfde weg, A wil rechtsaf, B linksaf. Het is totnutoe gebruikelijk (volgens mij een ongeschreven wet) dat de auto met de korte bocht eerst mag. Gevolg is dat de linksafslaande auto langer op het kruispunt staat, waardoor auto C op beide moet wachten, evenals de auto’s achter B.

Dit is niet zo als degene die de lange bocht maakt als eerste door mag. (fig. 3b) , in dit geval auto C; auto B moet daarop wachten. Degene die naar rechts moet (hier auto A) kan er even tussendoor, zonder wie dan ook in de weg te rijden.

Dit spelletje herhaalt zich, ook uit de andere hoeken vandaan; telkens bepaalt degene met de grootste bocht wie er gaat.

 

 

Situatie 4:

 

Auto C wil rechtsaf, A rechtdoor en B linksaf.  B moet op A wachten en A weer op C. (fig. 4a)   Als de rechtdoor-eerst regel wordt omgedraaid mag auto B eerst en omdat auto A daarop moet wachten heeft auto C de gelegenheid om rechtsaf te slaan (fig. 4b) . Dit gaat dus in twee bewegingen inplaats van drie.

 

Deze vliegers (situatie 2, 3 en 4)  gaan zowel op kruisingen op als op T-splitsingen, daarom hierbij T-splitsingen getekend.

 

 

Situatie 5:

 

(fig. 5a) Auto A wil linksaf, auto B en C rechtdoor, auto D is er nog niet. Auto A moet wachten op auto B en C, terwijl auto C voorrang moet geven aan auto B. Als auto B overgestoken is, arriveert auto D, die dan op A en C moet wachten.

Wanneer links voorrang heeft en afbuigend verkeer voorrang heeft boven rechtdoorgaand verkeer (fig. 5b) maakt auto A door eerst te gaan het kruispunt vrij voor auto C, èn voor auto D die net aan komt rijden, waarna auto C en D gaan, en tenslotte auto B alle ruimte heeft om over te steken. Tijdwinst is hier 25%.

 

 

Bij al deze voorbeelden moet je bedenken dat van alle kanten verkeer op dit knelpunt staat te wachten; het resultaat is dus enorm.

 

De grap is natuurlijk dat je voorrang geeft aan het verkeer dat het meest in de weg zit, waardoor de kruisingen veel vlotter vrijkomen en daardoor overzichtelijker worden, wat de veiligheid ten goede komt. Bij mijn voorstel zie je dat vaker dan nu twee auto’s  tegelijk over de kruising kunnen gaan. Als de lange bocht voorrang heeft, kan de korte meteen mee. Andersom is dat niet zo. Op zo’n manier hef je een knelpunt op!

 

Voordeel op de korte termijn: het verkeer stroomt beter door. Hierdoor besparen we tijd, benzine, milieu, geld en iedereen heeft weer een reden minder om te laat op zijn werk te zijn, hetgeen ook economisch het nodige oplevert. Op de lange termijn: geen nieuwe rotondes nodig, geen nieuwe verkeerslichten met bijbehorende flitspalen, en wellicht blijkt een deel van de huidige daarvan over enige tijd overbodig. (Veel van de huidige rotondes zijn immers gekomen in de plaats van verkeerslichten!)  Hierdoor weer minder agressie.

 

Fietsers hebben sinds 1 mei ‘1 dezelfde rechten als de automobilist en dienen in deze schetsen ook zo behandeld te worden. Om het eenvoudig te houden heb ik alleen gewag gemaakt van auto’s, maar voor elke “auto” kan ook “fiets” gelezen worden, voor elke “automobilist” “bestuurder”. Ook voor de fietsers gaan dezelfde voordelen gelden die ze nu op de rotonde hebben: als ze linksafslaan krijgen ze voorrang op het tegemoetkomende verkeer en dit zal ze stimuleren hun hand uit te steken! Als ze het kruispunt naderen hoeven ook zij korter te wachten omdat het kruispunt vlotter vrijkomt: er is veel minder verwarring dan totnutoe.

 

Verkeerslichten die op aanbod werken, zouden m.i. ook veelal het principe moeten volgen dat degene die het meest in de weg zit, eerst “groen” krijgt. De rest kan makkelijker tussendoor afgehandeld worden.

 

Invoering: er hoeft geen enkele aanpassing aan enig kruispunt te worden gedaan om de voorgestelde regel in te voeren. Wel zal er natuurlijk campagne gevoerd moeten worden, zoals bij de invoering van de regel “fietsers van rechts voorrang”. In de eerste week na invoering zal het verkeer in het hele land er aan moeten wennen en zal dus landelijk in die week een extra lage maximum snelheid moeten gelden. Het rendement na die week zal alles in veelvoud goedmaken!

 

Natuurlijk zul je met het invoeren (of in dit geval het veranderen) van een verkeersregel er eerst even met z’n allen aan moeten wennen, net zoals destijds bij de rotonde. En nog steeds zijn er automobilisten die fietsers geen voorrang geven wanneer ze dat wel hebben. Maar dat is nog geen reden om de regelgeving niet aan te passen, als die de vlotte verkeersafwikkeling en de veiligheid ten goede komt. Ik hoop met dit idee hieraan een bijdrage te leveren.

 

 

Wanneer u het met mijn stelling eens bent, maak dan anderen attent op deze pagina!

 

Alphen a/d Rijn, november ‘9

 

Chris van der Ouw